Otto-Jan zegt nee tegen lezen

Otto-Jan heeft een hekel aan lezen. Hij is dertien jaar en heeft nog nooit een boek uitgelezen. Tim, zijn beste vriend, leest zijn boeken voor school en vat ze voor hem samen in ruil voor een beloning. Op een dag wil Tim niet meer en Otto-Jan moet op zoek naar een andere oplossing. Gelukkig wil Jasper de taak op zich nemen. Alles gaat goed, tot op een bepaald moment ...
Het boek is geschreven in de ik-vorm en Otto-Jan richt zich regelmatig rechtstreeks tot de lezer. Hij geeft onder andere heel wat tips om niet, of toch zo weinig mogelijk, te moeten lezen. Zo bestaat het boek uit 67 korte hoofdstukken ("korte hoofdstukken maken het lezen immers aantrekkelijker als je van school enkele hoofdstukken moet lezen"). Naarmate het boek vordert, worden deze hoofdstukken wel steeds iets langer. De tekst wordt aangevuld met tekeningen ("dit maakt het lezen iets prettiger") en tussen de hoofdstukken in staan allerlei tips ("lees enkel het eerste en laatste hoofdstuk, zo weet je waarover een boek gaat en hoe het eindigt. Meer hoef je niet te weten").
Het verhaal is origineel, maar als dit bedoeld is om aan te zetten tot lezen, is de doelstelling niet echt bereikt. Er gebeurt bitter weinig en pas op het einde zit er wat actie in. Het is een nogal saai en 227 pagina's dik boek.