Op zoek naar Stella

Een man en een vrouw ondernemen met hun hond Bruno een bootreis naar hun dochter Stella. De reis is niet zonder gevaar en alles en iedereen jaagt hen angst aan: de grote zwarte beesten in de zee, de fabrieksmensen die hen wegsturen, de grote schepen die deining veroorzaken, de hongerige beer op een ijsschots. Tot een walvis hen laat kapseizen maar tegelijk ook aanspoelen op een eiland, waar ze hun dochter terugvinden. Het weerzien is hartelijk en na enige aarzeling worden ze opgenomen in de gemeenschap. De man en de vrouw gaan met Stella mee naar het klasje waar ze voorleest, wandelen in het dorp en leren de taal van de eilanders. Tot het kriebelt om weer naar huis te gaan.

Dit boek laat zich perfect afzonderlijk lezen, maar is eigenlijk het vervolg op 'Stella, ster van de zee' dat eindigt met een brief van Stella waarin ze haar ouders vraagt op bezoek te komen. Waar het eerste deel verwees naar de vluchtelingenproblematiek, kan je hier kritiek in lezen op de industrie, klimaatopwarming, vervuiling van de oceaan, en de onveilige overtochten van vluchtelingen. Daarnaast is duidelijk de boodschap aanwezig dat het goed leven is waar iedereen elkaar weet te respecteren in zijn eigenheid, waar geen vlees gegeten wordt en iedereen de eenvoudige dingen in het leven naar waarde weet te schatten. Gelukkig is dit allemaal zodanig in het verhaal verwerkt dat het het lezen of vertellen niet afremt. Toch raakt het verhaal niet echt, mogelijk door de typische hoekige tekenstijl van Gerda Dendooven met z’n vreemde verhoudingen en soms rare perspectieven. Of zorgt het feit dat de man en vrouw geen naam hebben - in tegenstelling tot de hond of zelfs de boot - voor afstand tot de lezer? In ieder bevat ook dit tweede deel voldoende stof tot nadenken en bespreken.