Op jou wil ik altijd wachten
Deze veelbelovende titel maakte me nieuwsgierig. Wanneer de kever en de rode rups 's morgens ontwaken, heeft de kever een idee. Hij fluistert het idee in het oor van de rode rups. Kever vertrekt terwijl de rode rups eerst iedereen ophaalt. Ook de oranje rups wil mee naar de hoge boomtop. Maar eerst wil ze nog gauw haar soep opeten. Samen gaan ze op weg. Maar eerst gaan ze nog langs bij de gele rups ... En zo gaat het verhaal verder. Na een tijdje heb je door dat al de rupsen samen, de kleuren van de regenboog vormen.
De tekst danst tussen de illustraties. Dat heeft een heel speels effect. Het valt op dat elke rups een activiteit aan het doen is die hoort bij zijn eigen kleur, een leuk detail. De groene rups wil eerst nog het gras maaien, de gele rups wil eerst nog haar huis geel schilderen, de indigo rups wil eerst nog haar druiven opeten. Terwijl alle rupsen worden opgehaald, leren kleuters de verschillende kleuren van de regenboog kennen. Gedurende het verhaal worden alle kleuren in de juiste volgorde opgebouwd. Het boek heeft dus ook een educatief kantje. Indigo is al een moeilijk begrip maar past wel in het thema.
De tekst is eenvoudig gehouden en aangepast aan het jonge publiek. Elke rups vraagt aan de anderen of ze even willen wachten. Telkens komt hetzelfde antwoord: "Op jou willen we altijd wachten." Het repetitieve is aangenaam. Kleuters houden ervan en zeggen het op het einde mee. In de opbouw van het verhaal voel je de verbondenheid tussen de rupsjes. Kortom: een mooi verhaal over vriendschap en het wachten op iemand die je graag ziet.