Olivia is een spion

Olivia hoort haar moeder aan de telefoon haar beklag doen over haar, hoe ze de keuken onder het bosbessensap spat, of vaders hemden roze maakt in de was. De woordkeuze van haar moeder (opsluiten, instelling) maakt haar bang en ze besluit haar moeder te bespioneren om meer te weten te komen. Als het zover is dat Olivia gevraagd wordt om zes uur ’s avonds klaar te staan om naar een speciale plek te gaan, is ze er 100% van overtuigd dat ze de gevangenis in vliegt.

Altijd weer genieten, zo’n prentenboek over het hilarische varkentje Olivia. Het verhaal is heel geloofwaardig opgebouwd, je gaat helemaal mee in de interpretatie van de gebeurtenissen door Olivia, in de suggestie van de auteur. Net daarom is de expliciete moraal op het einde een beetje vreemd. Elk kind én elke voorlezer kan niet anders dan gniffelen of zelfs luidop lachen bij de rollercoaster van Olivia’s fratsen. En wanneer je denkt het nu wel gehad te hebben, gooit de auteur er nog een geweldige uitsmijter bovenop. Met zijn laatste woorden suggereert hij dat het nooit stopt: “Het einde (Tenminste, tot de volgende ochtend.)” Ian Falconer is een van de weinige mensen die zowel uitblinken in tekst (al zit de vertaling van Tjibbe Veldkamp daar mogelijk ook voor iets tussen) als in beeld. De gezichtsuitdrukkingen van Olivia spreken boekdelen. De manieren waarop ze probeert op te gaan in haar omgeving zijn hilarisch. En door letterlijk met de inkt te spatten, voel je bijna het bosbessensap van de bladzijden druipen. De mix met foto’s op de achtergrond geeft een uitstap naar de speciale plek ook een apart karakter. Een aanrader!