Mythologie

De goden, helden en monsters van het oude Griekenland

Volgens een ‘noot van de uitgever’ op de openingspagina zou deze uitgave de samenvoeging zijn van een boek over de Griekse mythologie, geschreven door Lady Hestia Evans in 1825 en de aantekeningen die ene John Oro daarbij maakte ongeveer een jaar later. Meteen is de toon gezet: de auteur verpakt zijn informatie in een verzonnen avontuur, helemaal in de stijl van de materie. John Oro is een “beroepsreiziger en verzamelaar van oudheden” die na het lezen van Lady Hestia’s boek naar Griekenland reisde “om er achter te komen of de krachten van de goden nog aanwezig zijn”. Jammer genoeg voor hem blijkt dat inderdaad nog het geval te zijn. Goden testen, daar kun je maar beter niet aan beginnen… Dat draait erop uit dat je zelf op de proef gesteld wordt. De tegenstander waarmee John Oro te kampen krijgt en die hem ten val zal brengen, is zijn eigen hebzucht. In afspraak met Lady Hestia zou Oro alle archeologische vondsten aan een museum in opbouw schenken, maar onderweg beslist hij ze zelf te houden. Hij ondergaat hetzelfde lot als de legendarische hebberige koning Midas uit de Oudheid: alles wat hij aanraakt verandert in goud, ook zijn voedsel. Oro verdwijnt spoorloos. Een paar decennia later verschijnt in het tijdschrift ‘Mensch en Mythologie’ een bericht over een mansgroot massief gouden standbeeld dat gevonden is in een grot, samen met Hestia’s boek, een gouden ganzenveer en andere zaken… Op de laatste bladzijden rukt het goud op, niet alleen inhoudelijk maar ook als kleur op de pagina’s: vanuit de rechterbenedenhoek, waar je de bladen vastneemt om ze om te slaan, overdekt het steeds verder tekst en illustraties. Heel speciaal is ook de aanlokkelijke kaft in blauw en goud, waarin drie turkooizen steentjes verwerkt zitten. De vele illustraties die de tekst verluchten, creëren een passende klassiek-mythische sfeer. De boven- en onderkant van alle bladzijden zijn afgeboord met “friezen” die avonturen van Griekse helden uitbeelden. In de marges links en rechts volgen we de dagboeknotities van John Oro op zijn reis doorheen historisch Griekenland. Binnen dit ‘kader’ wordt de lezer op een gestructureerde manier ingeleid in de Griekse mythologie. Als centrale kapstok dient de Olympus met zijn twaalf goden. Daaromheen figureren de andere godheden, de halfgoden, helden en monsters in een bonte wemeling. Soms raak je in de kluwen van namen en intriges wel eens het noorden kwijt, maar hoe kan het ook anders als het over zulke verregaand promiscue, op procreatie, macht en wraak beluste wezens gaat? Het boek weet desondanks de aandacht en de nieuwsgierigheid van de jonge lezer tot de laatste pagina vast te houden. Daarvoor zorgen het omkaderende gouden (‘Oro’-) avontuur en de fraaie vormgeving met veel speelse extraatjes: een uitvouwbare kaart, ingekleefde miniboekjes, gevulde envelopjes en andere meegeleverde attributen, waaronder een ‘gouden ganzenveer’ en een ‘zilveren munt’. Als introductie in het mythologische wereldje is dit een absolute aanrader voor 11/12-plussers. Ouders en leerkrachten, wees gewaarschuwd: John Oro’s fascinatie voor de Griekse mythologie zou wel eens erg besmettelijk kunnen zijn. U riskeert bestookt te worden met veel leergierige vragen en wie weet ook met verzoekjes om een reis naar Griekenland te organiseren.