Dit boek behoort tot de reeks 'De rode rugzak' met boeken die allemaal over vakantie gaan. Elk jaar mag iemand van het gezin de vakantiebestemming bepalen. Dit jaar is het de beurt aan de moeder van Lex en Morris. De jongens zijn dolgelukkig want ze heeft een camping in Zuid-Frankrijk uitgekozen, waar ze allerlei watersporten kunnen beoefenen. Totdat blijkt dat moeder wel een heel speciale camping heeft gekozen: iedereen loopt daar gewoon in zijn blootje. Lex en Morris schamen zich rot en durven hun vriendjes niets te vertellen. Lex en Morris zien heel dat blote gedoe niet zitten. Stel je voor: op een mountainbike fietsen waar al honderden blote billen op het zadel hebben gezeten!? Nooit! Ze weigeren hun broeken uit te trekken. Terwijl Lidia en Peer (hun mama en stiefpapa) en hun stiefbroertje Sam in hun blootje badmintonnen, vinden Lex en Morris de weg naar "de gewone wereld". Op dat strand leren ze Fleur en Sanne kennen, twee heel leuke meisjes. Lex en Morris doen alsof ze op de normale camping op vakantie zijn. Maar het wordt allemaal steeds ingewikkelder om hun leugentjes vol te houden ... Een grappig vakantieboek, vlot geschreven. De inhoud is redelijk zwak, wel heel ontspannend maar met weinig diepgang. De tekst wordt afgewisseld met potloodtekeningen. Deze vind ik persoonlijk minder aantrekkelijk maar ze maken kinderen wel nieuwsgierig. Ze zijn heel grappig en ook het verhaal is met veel humor geschreven. De kinderen spreken over hun mama en stiefpapa als Lidia en Peer (nogal Hollands). Het taalgebruik is niet altijd mooi: blubberbillen, blote kont. Het onderwerp spreekt wel aan -vakantie, camping- maar als het dan over nudisten gaat, is het wel een apart onderwerp.