Mon & Gies. Canada is niet ver

Mon bracht een groot deel van zijn leven door als schoenmaker in het dorp. Wanneer hij oud wordt, alleen komt te staan en hij niet meer zo goed voor zichzelf kan zorgen, verhuist hij naar ‘Morgenster’, een woon- en zorgcentrum in de buurt. Zijn kleinzoon Wolf komt hem er geregeld opzoeken, vaak samen met zijn buurmeisje, Bes. Bes organiseert er in het kader van een schoolproject vaak hilarische activiteiten voor de bewoners. Het lijkt alsof ze daarmee hun bestaan nog zin wil geven nu ze in een levensfase beland zijn waarin vooral herinneringen en verhalen over het verleden hun dagelijkse conversatie bepalen. Dat proberen ze ook met Mons nieuwe buurman Gies. Hij geeft een verwarde indruk en lijdt onder het verlies van zijn zus, Sus, die naar Canada verhuisd zou zijn. Bes en Wolf leren Gies met de computer werken waardoor hij Sus kan mailen en Sus schrijft terug. Wie tussen de regels leest, kan maar hopen dat haar brief weer wat vreugde in Gies’ leven brengt.

Met dit verhaal schetst Do van Ranst een beeld van het leven in een woon- en verzorgingstehuis, een omgeving die voor weinig kinderen vertrouwd zal zijn. Dat geldt ook voor de dialogen die de ouderen met elkaar voeren en de beschrijvingen van hun innerlijk gevoelsleven. Voor wie over enige levenservaring beschikt, is dit wellicht herkenbaar. Voor jonge lezers lijkt het, ondanks de korte zinnen en ondersteunende zwart-wittekeningen, niet zo vanzelfsprekend om zich in te leven in de personages en situaties. Hier is enige leeservaring voor nodig. Wel lenen een aantal fragmenten er zich goed toe om bijvoorbeeld op school te verwerken. Op die manier bereiken ze een breed publiek en kan het verhaal een middel zijn om kinderen kennis te laten maken met het leven in een verzorgingstehuis en zijn bewoners.