Misschien wel de allermooiste

Dit boek is het verhaal van een vogelkoppeltje. Twee vogels worden verliefd en gaan, net als andere verliefde vogels, op zoek naar een boom om een nestje te bouwen. Wanneer ze de perfecte boom gevonden hebben wordt het herfst, winter en vervolgens lente. En wat doen vogels in de lente? Juist ja, een ei leggen. Een paar weken later hoort iedereen papa vogel luidkeels roepen dat ze de allermooiste baby van de hele wereld hebben.
De andere vogels gaan op weg, vol hoge verwachtingen. De struisvogels denken dat de baby dan wel grote sterke poten zal hebben, de flamingo’s denken aan roze veertjes, de pinguïns zijn benieuwd of hij zo goed kan duiken als zij, … Wanneer de hele vogelfamilie aangekomen is, vindt iedereen de baby erg bijzonder, en vader en moeder vinden hun baby natuurlijk de allermooiste. Op de voorlaatste prent zit de ganse familie in de uitpuilende boom naar een op het eerste zicht leeg nest te kijken, in de laatste prent zien we een schriel, paars kuiken in close-up.
In dit boek wordt gespeeld met de bekende uitdrukking ‘mijn kind schoon kind’. Het laatste humoristische detail maakt een eerder magere uitvoering deels goed. De prenten zijn eerder commercieel gebracht en doen jammer genoeg een beetje denken aan televisiereclame voor een bepaald product.