Miro heeft een zus. Ze heet Tesla. Tesla heeft een broer. Hij heet Miro. Miro en Tesla hebben dezelfde vader. En dezelfde moeder. Ze wonen in hetzelfde huis, in dezelfde straat, in dezelfde stad. Samen doen ze graag 'alsof' en zo beleven ze allerlei avonturen: Miro en Tesla hebben een snor, Miro en Tesla gaan naar de andere kant van de wereld, Miro en Tesla gaan naar de maan, Mira en Tesla zijn spoken ... Prettig is dat ook hun mama en papa in de verhaaltjes voorkomen en mee opgaan in de fantasiewereld van hun twee spruiten. Die fantasie gaat redelijk ver - benen weggoochelen, gestoofd kind eten, een staart laten groeien - en alles wordt verteld alsof het echt gebeurt. De voorlezer van dienst checkt best eens tijdens of na het verhaal of de luisteraar wel 'mee' is. Maar het is net die directe matter-of-fact manier van vertellen die voor de humor zorgt. De tekeningen zijn heel eenvoudig en grappig, met zwarte inkt getekend en ingekleurd met rood en roze. Ze trekken de fantasie door tot in het absurde.