Mio, mijn Mio

Bo Vilhelm Olsson is niet wie hij denkt dat hij is. Hij groeit op als een adoptiekind, maar wordt dan onverwacht opgehaald door een geest die hem naar het land in de verte brengt. Daar ontmoet hij zijn echte vader, de koning en krijgt hij zijn echte naam, namelijk Mio. Mio geniet van alles wat hij krijgt, ervaart en leert. Hij ontmoet Jum-Jum, de zoon van de tuinman. Hij zal zijn beste vriend worden. Mio ontdekt op een dag dat hij degene is die moet strijden tegen de kwade ridder Kato, waar iedereen van gaat bibberen en treuren zodra zijn naam wordt uitgesproken. Mio moet het gevecht echter niet alleen aangaan, hij krijgt regelmatig hulp uit onverwachte hoek.

Een verhaal van Astrid Lindgren dat dateert uit 1954 en dat nu in een nieuw hedendaags jasje is gestoken. Het resultaat mag er wezen in alle opzichten. Je leest het boek op een aangenaam ritme dat bepaald wordt door de manier van schrijven. Je leest bijna één lang gedicht ('Ik reed onder de zilverpopulieren, zodat de zilveren blaadjes in mijn haar regenden.') en je wordt vaak verrast door de vlotheid waarmee de stijl van Astrid Lindgren in 1954 op een welbepaalde manier wordt behouden. Op eenvoudige, maar heel duidelijke manier kan ze een gevoel weergeven 'Ik werd bijna duizelig van al die mooie dingen, en ik had een gevoel alsof ik helemaal vol met spuitwater was.' en tegelijk kan ze met zoveel aandacht en intensiteit iets beschrijven. Toch blijft het op elk moment een kinderboek ('Daar lag het Donkere Woud, en de maan scheen erover, en het was zo mooi en zag er helemaal niet gevaarlijk uit. Dus het was wel waar dat een bos dat slaapt in de maneschijn niemand kwaad doet. Ja, mijn vader had gelijk, hier was alles vriendelijk, niet alleen de mensen. (...) En de nacht was even goed en vriendelijk als de dag, de maan scheen even mild als de zon, en het donker was een vriendelijk donker.') Dankzij de herhalingen van wat voornamelijk Jum-Jum zegt ('Jij weet zo weinig, Mio') wordt er een sfeer van mysterie gecreëerd, maar tegelijk ook één van herkenning. Dankzij de opdeling in hoofdstukken leent het boek zich goed om voorgelezen te worden.  

De illustraties vormen verhalen op zich, je voelt de kilte en donkerte van het donkere woud, de spanning komt het boek gewoon uit. Anderzijds zijn er ook illustraties die bijvoorbeeld de vriendschap tussen Mio en zijn paard sterker weergeven dan dat woorden dat zouden kunnen. Helaas zitten er wel een paar foutjes in de tekeningen: in het begin lees je dat Mio zijn vader om de hals vliegt, maar op de tekening heeft hij zijn handen rond zijn vaders middel, of wanneer de betoverde vogels het zwaard komen brengen hebben ze dat volgens de tekst in hun snavel, maar op de tekening ligt het zwaard in hun poten, tenslotte is de kleur van Jum-Jums mantel niet blauw zoals afgebeeld, maar krijgt hij een donkerrode mantel. Of ligt het verschil in de vertaling? Het maakt niet zoveel uit, want het is snel vergeven net omdat de illustraties zo krachtig en levendig zijn. Die details weerhouden dus zeker niet om te zeggen dat de tekeningen even betoverend zijn als het sprookje zelf.