Bert is een jongen van ongeveer tien jaar, die na de plotse dood van zijn vader, een treinbestuurder, begint te stotteren, gepest wordt en geen vrienden heeft. Enkel treinen interesseren hem nog. De dag waarop hij een spreekbeurt moet geven over treinen loopt echt alles mis. Wout, de grootste pestkop van allemaal, ziet zijn kans schoon en begint Bert nog meer te pesten. Op die dag beslist Bert om trein te worden. Wanneer hij op een morgen wakker wordt, kan hij het zelf niet geloven: hij heeft wielen in plaats van benen en voeten gekregen. Sindsdien gaat het alsmaar beter met hem. Nu hij treinwielen heeft, kan hij alles en iedereen aan, ook Wout. Maar Bert is nog niet tevreden en wil helemaal trein worden.
Een prachtig uitgegeven boek, heel aangenaam formaat om vast te houden, mooie en ondersteunende foto's, korte hoofdstukken, duidelijk lettertype, kortom een boekje om te lezen, te bekijken en te voelen. Het verhaal op zich is ook erg sterk. Het verwerken van verlies wordt ontroerend verwoord, je gaat als lezer mee in de magie van verbeelding en dankzij de hoofdstukken die terugblikken in het verleden, voel je de liefde van de vader voor zijn zoon. Bovenal is het een verhaal over een gewone jongen die op zoek gaat naar zichzelf. Knap boek.