Mijn zoute zoen

In het zeepreventorium vechten de jonge bewoners tegen hun aartsvijand. Voor Kobe, Steffie en een aantal anderen is dat de zwaarlijvigheid. Voor Nienke en haar lotgenoten: de stofwisselingsziekte mucoviscidose. Kobe wordt verliefd op Nienke. Als hij ziet hoe moedig zij met haar ziekte omgaat, put hij daaruit de kracht om de kilo’s te lijf te blijven gaan. Steffi heeft het moeilijker. Haar thuisfront is niet bepaald stimulerend. Na een moeilijke start zetten de begripvolle steun van het behandelende team en de vriendschap van kamergenote Nienke haar op de goede weg. Nienke zelf moet stukje bij beetje de duimen leggen tegen haar ziekte. Heel waardig bereidt zij zichzelf en haar omgeving voor op het afscheid. Zij is het lot dankbaar dat Kobe op haar levenspad verscheen en dat zij met hem een vrouw mocht worden, al haalt zij de 18 net niet. Om zich te documenteren voor dit boek bracht auteur-psychotherapeute Gerda Van Erkel ettelijke uren door in het Zeepreventorium van De Haan, waar haar verhaal zich afspeelt. Zij liet zich terdege informeren over de behandeling en begeleiding van de obesitas- en de mucopatiëntjes. De lezer komt in de loop van het verhaal dan ook heel wat te weten over het reilen en zeilen in zo’n preventorium. Maar bovenal is dit een doorleefd en meeslepend verhaal over de kracht van liefde en vriendschap in moeilijke situaties. Stuk voor stuk worden de jonge patiëntjes met zichzelf geconfronteerd, met hun zwakke én hun sterke kanten, met de psychische wonden die zij opliepen in het verleden, met de sociale omstandigheden die problemen scheppen of in stand houden en met mogelijke strategieën om een betere toekomst te bevechten. Dat ook de dapperste en meest wilskrachtige jongeren het soms verliezen van het lot, is een harde realiteit waartegen Gerda Van Erkel de troost en warmte van menselijke nabijheid projecteert. Het zijn niet de meest rooskleurige jonge levens die de auteur in the picture brengt, maar de bril waardoor zij haar lezers laat meekijken is begripvol en hoopvol gekleurd. Met veel rake, soms grappige, vaak diepzinnige beelden nodigt zij de lezers uit om doorheen de oppervlakte van de personages en gebeurtenissen te kijken en hun verborgen lading te ontdekken. Soms komt een bedenking van Kobe of Nienke erg volwassen over, maar in een zo ingrijpende crisissituatie als de langzame dood van een 17-jarige wordt een jonge mens ook inderdaad vroeg wijs … Waar woorden tekortschieten om uit te drukken wat mensen mekaar willen zeggen, bieden symbolen een dankbare uitkomst, dat blijkt telkens weer in huwelijksvieringen en uitvaartdiensten. In dit boek duiken onder meer een schelp, een zoute zoen, blauwe lakens, fragmenten uit liedjes van Bob Savenberg en uit het verhaal van ‘De kleine Prins’ op als instrumenten met zo’n magisch vermogen. Gerda Van Erkel verstaat de kunst om een gevoelig verhaal op een aangrijpende wijze te brengen zonder de grenzen van de meligheid en sentimentaliteit te overschrijden. In één moeite weet zij ook inzicht in en begrip voor ziektes als obesitas en muco te bewerkstelligen zonder belerend over te komen. Een knappe prestatie.