Mijn kleine woordenboek

Van een woordenboek verwacht je doorgaans geen spectaculaire dingen. Je verwacht geen prachtige illustraties, geen originele lay-out, … Maar je verwacht wel een degelijke, overzichtelijke ordening van de woorden en een correcte uitleg. ‘Mijn kleine woordenboek’ voldoet zelfs niet aan de weinige verwachtingen die je van een woordenboek hebt. De indeling lijkt niet logisch, maar gewoon voor de vuist weg genomen. Zo volgt de rubriek ‘Dingen om te doen’ op de rubriek ‘Je lichaam’. De criteria om bepaalde woorden in een rubriek te plaatsen lijken al even ambigue. Waarom staan het poesje en de puppy net zoals de kat en de hond bij huisdieren vermeld en niet bij de rubriek ‘Jonge dieren’. Geraak je al enigszins wijs uit de opdeling van het boekje, probeer dan maar eens duidelijk te maken dat twee kindjes die tegenover elkaar op een stoel aan het lachen zijn, eigenlijk aan het praten zijn. Dat een meisje dat prachtig 'in brug' staat eigenlijk aan het buigen is en dat een typische vis blauw is … En dan zwijg ik nog over de soms warrige presentatie. Om toch ook met een positieve noot te eindigen: de afgeronde hoekjes ogen mooi en de dikke buigzame bladzijden zijn veilig voor scheurende kinderhandjes.