Mag ik bij jou in bed?

Joris maakt zich klaar om te gaan slapen. Als hij bijna indommelt, begint zijn bed te beven. Er kruipt een groot blauw beest onder zijn bed uit. Hij stelt zich netjes voor: meneer van Onderen. Meneer van Onderen vindt het niet zo leuk om altijd onder Joris zijn bed te moeten liggen en wil nu wel eens in Joris zijn bed slapen. Joris vindt dat wel in orde, maar heeft al vlug spijt als hij meneer van Onderen hoort snurken. Dan gaat hij maar op zoek naar zijn oordopjes. Die liggen in de bovenste la, maar daar springen de twee Bovenlala’s uit en die willen ook in zijn bed slapen! En dan heb je nog Herman de hangkasthond en Rikkie en Dikkie Beer, Hieper en Pieper, Olivier Olifant, Snor en Knor en ga zo maar door. Die willen allemaal heel graag in Joris zijn bed slapen. Joris heeft niet veel keuze en geeft het op. ‘Iedereen mag vannacht in mijn bed slapen!’ beslist hij. Joris is ondertussen zo moe van het avontuur dat hij een goed plekje op de vloer uitzoekt en daar in slaap valt. De volgende morgen vindt zijn mama hem daar.  Als ze hem vraagt waarom hij daar geslapen heeft, zegt hij: 'oh, ik vind dat gewoon een veel lekkerder plekje dan mijn eigen bed’. Chris Riddell maakt van monsters en gekke wezens iets heel normaals. Joris ontmoet het ene gekke beest na het andere, maar is geen moment bang of stelt zich hierover zelfs geen vragen. Het lijkt wel de gewoonste zaak van de wereld. Als lezer verwonder je je uiteraard wel over het hele gebeuren en kijk je je ogen uit. De namen van de schepsels zetten je fantasie nog eens verder aan het werk. Een hangkasthond ... daar kan je wel wat rond verzinnen! Voor je het weet, zijn kleuters nog andere creaturen aan het bedenken. Een leuk, fantasievol verhaal met een vrolijk vleugje humor!