Lotje en de wolven

Lotje is een jong schaap, maar ze is geen gewoon schaap. Lotje klimt in bomen, zwemt in de beek, klimt op rotsen en is bijzonder moedig. Ze redde ooit eens de herder toen die zijn been gebroken had. Lotje haalde toen hulp in het dorp. De andere schapen van de kudde hebben het soms wat moeilijk met haar gedrag. De oudere schapen aanvaarden haar wel en kijken meestal argwanend toe. Maar een jonger groepje schapen vindt het niet leuk dat Lotje zoveel aandacht krijgt. Ze zijn stikjaloers. Hun leider, Wolf, jut zijn vrienden op tegen Lotje. Ze pesten ook de kleinste schapen en vertellen griezelige verhalen over echte wolven in het bos. Lotje trekt er zich niet teveel van aan en doet gewoon haar ding. Op een nacht wordt de kudde echter wakker van wolvengehuil. De oudere schapen zijn ongerust. Wolf en zijn vrienden zijn doodsbenauwd en verstoppen zich in de bosjes. En Lotje? Die gaat op verkenning! Ze vindt uiteindelijk een klein hondje, bovenop een rots. Het huilt verschrikkelijk. Lotje gaat het redden. Mimi is verloren gelopen, is haar baasjes kwijt en kon niet meer van de rots af klauteren. Lotje troost Mimi en vraagt haar om een gunst: wil Mimi helpen om Wolf en zijn vrienden een lesje te leren? Dit prentenboek is uitgegeven in een groot formaat. Dat maakt het wat onhandiger om te hanteren, maar het komt de illustraties wel ten goede. Die zijn in mooie kleuren en zijn erg sfeervol. Moraal van het verhaal: jaloezie loont niet. Wolf en zijn vrienden maken zich al vlug onsympathiek. Als het er op aan komt, blijft er van hun stoerheid helemaal niets meer over. Zonder belerend te worden, krijgen ze op een ludieke manier een koekje van eigen deeg en worden ze geconfronteerd met hun gedrag. Voor kinderen is deze boodschap gemakkelijk te begrijpen. Het verhaal leest vlot en de illustraties zijn aantrekkelijk. Een dankbaar voorleesboek!