Lies en Sep zijn vrienden

Lies beleeft de doorsnee avonturen van een vijf- à zesjarige: dromen over haar knuffelschaap Bee, een babbeltje slaan met een onbekende mevrouw, naar de kermis gaan, luizen krijgen op school, jarig zijn, een hond krijgen, ... Het liefst van al deelt ze deze avonturen met haar buurjongen Sep, die graag komt logeren, even dol is op frietjes als zij, wel eens ruzie maakt maar nooit voor lang, en haar bang de vraag stelt of de hond nu haar beste vriend wordt.
Het principe van een groeiboek bestaat er in dat het evolueert van AVI 0 tot AVI 5. Dus van een kijkplaat met enkele losse woordjes tot een volwaardig leesverhaal. Waarbij het verhaal doorloopt, maar de delen toch ook afzonderlijk leesbaar zijn. De tekst is ok, maar niks bijzonders, en ook de illustraties zijn doorsnee te noemen.