Later als ik groot ben

Vergeleken worden met Rebecca Dautremer en Benjamin Lacombe, het is een eer, maar het schept ook verwachtingen. Het boek doet ook heel erg denken aan de stijl van deze grote Franse illustratoren, maar kan er toch nog net niet aan tippen.
Het concept is eenvoudig: wat word je als je later groot bent? In paginagrote dubbele prenten worden in totaal twaalf beroepen voorgesteld. In twee zinnen worden ze telkens kort geduid, aangevuld met een vraag. Op de illustraties is gelukkig veel meer te zien dan de tekst doet vermoeden. De meerwaarde van de tekst is ver te zoeken, het boek zou dus eigenlijk perfect zonder die paar zinnetjes per prent kunnen. De illustraties missen speelsheid, zeker voor deze doelgroep, maar poëtisch zijn ze des te meer.
Het onderwerp spreekt tot de verbeelding; menig theatervoorstelling of lessenreeks voor kleuters nam deze vraag als uitgangspunt. Het is dan ook een uitdaging om er nog iets nieuws mee te doen. Dit boek is daar, op de stijl van Puybaret na, ook niet in geslaagd. De mooiste prent staat op de voorkant, die is stukken speelser dan het gros van de andere prenten.