Vanaf de prehistorie tot de hedendaagse streetart: alle stromingen komen chronologisch aan bod met uitweidingen over leven en werk van de voornaamste coryfeeën.
Een deel gaat over de schilderkunst uit het verleden met onder meer Da Vinci, Van Eyck, Vermeer, Goya en Hokusai. Een volgend deel doorloopt de moderne kunst vanaf 1850 tot nu met schilders als Monet, Van Gogh, Matisse, Picasso, Klee, Miro, Pollock, Warhol en Hundertwasser. Het laatste deel belicht de beeldhouwkunst met onder anderen Michelangelo, Bartholdi, Vigeland, Moore, Giacometti en Damien Hirst.
Nieuw in dit boek is het dooreenvlechten van een overzicht van de kunst met het bijbrengen van allerlei technieken. Een kind leert hier een fresco maken, een mozaïek, een schilderij met olieverf en een pasteltekening. Eenzelfde thema duikt op in diverse tijden en streken.
Dit werk is een combinatie van een kijk- en een doeboek, een mooi, maar wat rommelig cadeauboek. Veel kunst voor weinig geld. Achterin volgt een verklarende woordenlijst en een index met meer dan tweehonderd namen.
Een paar foutjes: schepte (i.p.v. schiep, p. 44), kriticus (i.p.v. criticus, p. 59), verkeerde commentaar bij Degas (p. 59). Vreemd is de alfabetische volgorde in het register (de Chirico, van Eyck, etc.).