Koning van Katoren

Zeventien jaar na de dood van de koning, stelt Stach zich kandidaat als troonopvolger. Hij werd geboren in de nacht dat de oude koning stierf en bleef als wees achter onder de hoede van zijn oom. Oom Gervaas heeft zijn leven lang de koning gediend en dient nu de zes ministers die het land regeren. Die geven Stach zeven aartsmoeilijke opdrachten. Met een kaartje enkele rit wordt hij naar alle uithoeken van het rijk gestuurd. Hij moet slagen waar vele anderen mislukten en zelfs de dood vonden. Maar Stach wordt door het volk van Katoren gesteund en wonderlijk genoeg slaagt hij in zijn opdrachten. Hij verjaagt de vogels van Decibel, doodt de draak van Smook, vernietigt de granaatappelboom in Wapenfelt en ga zo maar door. Uiteraard is dat niet naar de zin van de ministers die hem zelfs die ene opdracht geven die hij nooit zou aanvaarden: van de kathedraal springen ...
Dit boek is zowat veertig jaar oud, maar door het tijdloze karakter en de fantasierijke setting, kan het nog steeds gesmaakt worden. Het verhaal heeft iets weg van een sprookje, maar dan veel spannender en avontuurlijker. Het taalgebruik is wat oubollig. Woorden als ‘allengs’, 'kwinkelerende vogels’, ‘hansopje’ komen toch niet meer voor in de woordenschat van de jeugd. Als iemand eens de moeite zou doen dit boek in een actueler Nederlands te herschrijven, dan is het opnieuw goed om de volgende veertig jaar te doorstaan. Deze 58ste druk verscheen in de vorm van een filmeditie met achterin een aantal foto’s van de film.