Kleuren

Een tentoonstelling over kleur & kunst

Kijk eens rond: de helderblauwe lucht, een prachtige regenboog, je favoriete rode jurk, je lievelingskleur ... Alles rondom ons is kleur. Dat vinden we zo vanzelfsprekend, we staan er niet bij stil. Maar wat is dat eigenlijk "kleur"? Hoe komt het dat wij kleuren kunnen zien? Hoe kan je ermee werken? En hoe werden kleuren vroeger gemaakt, voor de uitvinding van de kant-en-klare verf? Op deze vier vragen geeft auteur, grafisch vormgever en kunstliefhebber Ted van Lieshout in ‘Kleuren: een tentoonstelling over kleur & kunst’ een uitgebreid antwoord.

Net als in zijn vorige kunstboeken brengt Ted van Lieshout zijn verhaal via een tentoonstelling, met een persoonlijke keuze van kunstwerken. Met veel historische weetjes en relevante afbeeldingen ter illustratie gidst hij ons in de verbazende wereld van kleur. Dat wit, zwart en grijs in feite geen kleuren zijn bijvoorbeeld; dat we een kleur zien door het terugkaatsen van specifieke lichtgolven; dat geel maken door het gebruik van urine vroeger een werkelijk vies werkje was; dat we onze oranje worteltjes aan het Nederlandse koningshuis danken. Het is een boeiend, interessant en fascinerend relaas, met veel passie voor het onderwerp gebracht. Maar het is ook moeilijke materie. Met name het eerste deel – over hoe we kleuren zien en gebruiken – is echt wel uitdagende lectuur voor de jongsten van de doelgroep (9+).

Voor Ted van Lieshout is een boek een totaalconcept en een manier om met tekst en beeld te experimenteren. Dus verzorgde hij ook deze keer de grafische vormgeving. De kleurrijke, opvallende cover prikkelt de nieuwsgierigheid en nodigt uit tot onmiddellijk lezen. Het thema "kleur" heeft hij zorgvuldig tot in de kleinste details uitgewerkt, zowel in typografie, boekomslag als binnenwerk. In De Grote Vriendelijke Podcast erkende van Lieshout de complexiteit van het onderwerp. Helaas maakt de weinig geordende lay-out - in het bijzonder in het eerste deel - het lezen van dit boek niet gemakkelijker. Hij hopt bijvoorbeeld van kleuren als lichtgolven naar de drie basiskleuren om via de kleurenprinter te eindigen bij het pointillisme. Heel relevant, dat zeker wel. Maar zonder subtitels of duidelijk onderscheiden paragrafen oogt de tekst onoverzichtelijk en dat kan de jeugdige lezer afschrikken. Een heldere structuur zou zorgen voor meer visuele rust in de compositie en voor ijkpunten om bijvoorbeeld iets op te zoeken. En omdat van Lieshout zo veel te vertellen heeft, staat elke bladzijde bovendien letterlijk vol. De drukke bladspiegel wordt nog versterkt door de keuze voor verschillende lettertypes - soms zelfs op eenzelfde pagina - en voor een links uitgelijnde tekst. Het is eveneens jammer dat zijn hartverwarmende jeugdherinnering over zijn blauwe fiets helemaal verloren bij de bronvermelding achteraan staat. 

Het boek Kleuren is een portaal naar een complexe maar wonderlijke wereld. Daarom is het des te spijtiger dat de warrige vormgeving de toegang tot deze wereld bemoeilijkt.