Kleine Vos op zoek naar Overal en Nergens

Hoewel Kleine Vos gelukkig is op de plek waar ze woont, stelt ze zich toch de vraag of dit alles is in het leven en wil ze onderzoeken of er een land bestaat ‘… zonder problemen, vol plezier en eeuwig zon’. Volgens de panda die ze ontmoet ligt geluk in torens bouwen, volgens de vogels in het eten van vette vis. Maar het zijn de olifanten die haar richting antwoord spuiten, namelijk naar huis. 

Op het eerste gezicht lijkt de tekst vlot en eenvoudig, maar als je wat dieper gaat ontdek je de stroefheid van het ritme hier en daar, het soms geforceerde rijm als bijvoorbeeld in ‘… haar weg was recht, haar weg was krom. Zij zocht tot in de kleinste hoeken, binnenlangs en buitenom.’, de moeilijke woorden als nukkig en hulpvaardig. Ouderwets is de tekst te noemen, en dat geldt des te meer voor de voorspelbare en zeer expliciete moraal waarop het boek eindigt:

‘Geluk dat hoef je niet te zoeken,
in vreemde landen ver van huis.
Geloof me, ik zocht in alle hoeken,
maar wat ik zocht dat vond ik thuis.’

Voor de illustraties echter niets dan lof. De techniek die Thysa Zevenbergen hanteert, is bijzonder origineel en getuigt van een bewonderenswaardig geduld: gezeten aan een simpel kampeertafeltje ergens in Europa, snijdt ze met de hand haar illustraties uit kwaliteitspapier, tot een ragfijn kantwerk. Dat combineert ze met een zachte achtergrondkleur waartegen de rosse pels van Kleine Vos of het zwart van de panda mooi afsteekt.