Karel Klus en Boris de hond
In de eerder verschenen delen over Karel Klus en zijn hond Boris, is het tweetal altijd samen op stap. Karel kluste een auto, een boot en vervolgens een huis in elkaar. Boris hielp hem daarbij. Zijn hulp, reacties en interventies zorgden op de illustraties telkens weer voor de grappige accenten in het verhaal. Dit keer speelt Boris zelf de hoofdrol. Teleurgesteld blijft hij thuis wanneer Karel boodschappen gaat doen. Lang duurt zijn teleurstelling echter niet want na even rondsnuffelen in het huis ontdekt hij tal van kleine dingen die Karel vergat. Zo staat de afwas er nog, is er geen haardhout meer en werd het bed nog niet opgemaakt. Boris besluit deze klusjes zelf aan te pakken, hij heeft het Karel immers zo vaak zien doen. De eenvoudige tekst verwoordt zijn goed bedoelde handelingen, de kleurrijke illustraties tonen echter aan hoe deze tot een chaos leiden, die bijna niet te overzien is.
Dat Boris zich daar niet van bewust is, tonen de zwartwitillustraties aan. Daarop zijn zijn gedachten te lezen en ziet de kijker hoe de hond zich verheugt op de goedkeuring van zijn verraste baasje. Die liefdevolle goedkeuring krijgt hij uiteindelijk ook. Want ook al ligt het aanvankelijk zo ordelijke huis er nu als een puinhoop bij, aan de schuldbewuste hondenblik kan Karel niet weerstaan.
Het zijn vooral de illustraties die het boek een meerwaarde geven. Ze geven goed weer wat er zich tussen de lijnen van de tekst afspeelt. Daardoor nodigt dit boek niet alleen uit om als voorlezer de jonge luisteraars uit te dagen tot ontdekken en verwoorden. Door zijn eenvoud is dit verhaal ook erg geschikt voor kinderen die het lezen pas onder de knie hebben en vooral voor kinderen bij wie het lezen minder vlot verloopt dan gehoopt. Tekst en illustraties vullen elkaar mooi aan en bieden samen een schijnbaar ouderwets, maar warm en helder verhaal.