Judas

Nadia's vader heeft een nieuwe vriendin Desiree. Ze verhuizen naar Nederland waar Desiree woont met haar zeventienjarige zoon, Ron. Nadia vindt het heel erg dat ze haar oma, haar vriendinnen, haar school moet achterlaten voor het onbekende. Vanaf de eerste dag op haar nieuwe school voelt Nadia zich bekeken en uitgesloten. Ze spreekt met een Vlaams accent, draagt geen merkkleding en is een indringer. Eigenlijk vindt ze dat ze het zich allemaal niet moet aantrekken en ze besluit geen aandacht te trekken maar tevens niet op haar kop te laten zitten. Ling, Merel, Joyce en een paar jongens beginnen haar steeds meer en meer bang te maken. Thuis durft ze er niet over praten. Haar dagen worden beheerst door angst. Thuis is het Ron die al het mogelijke doet om haar in een slecht daglicht te zetten, gewoon omdat haar vader de plaats van zijn vader inneemt en Nadia goed kan opschieten met zijn moeder. Na een paar 'ongelukjes' wordt het Nadia teveel. Ze slikt pillen om haar angst en pijn te onderdrukken. De vele bedreigingen, telefoontjes, verbale en emotionele agressie drijven haar tot zelfmoord.
Een goed opgebouwd verhaal waarin pesten centraal staat. Pesten kan overal gebeuren maar de laatste jaren is het toegenomen via internet en Facebook. De schrijfster beschrijft zeer duidelijk hoe pesterijen er aan toegaan en welke effecten die terreur heeft op de slachtoffers. Er is nog een bijkomende verhaallijn die te maken heeft met jeugdcriminaliteit zodat ook de politie - de vroegere werkomgeving van de auteur - erbij betrokken wordt. Helen Vreeswijk is bekend voor haar jeugdromans over thema's op het snijpunt tussen jongerencultuur en misdaad. (De titels van haar boeken laten er geen twijfel over bestaan: Eerwraak, Overdosis, De stalker, Loverboys,...) Het misdaadelement mag dan vakkundig uitgewerkt zijn, de psychologie van de personages lijkt er vaak aan ondergeschikt. En dat is hier niet anders.