Jubelientje speelt vals

Deze vierde (herziene) druk van ‘Jubelientje speelt vals’, met een extra stripverhaal en nieuwe illustraties in kleur, is een blij weerzien met het schalkse hoofdpersonage waarmee elke jonge lezer/luisteraar zich moeiteloos identificeert. In zeventien korte hoofdstukjes, die elk op zich staan als losse verhaaltjes, beschrijft Hagen de dagelijkse belevenissen van Jubelientje en haar omgeving: haar goedlachse oma, haar vriendje Dirk-Jan en de norse buurman. Rode draad in het geheel is muziek: oma koopt een piano en neemt pianolessen, Jubelientje en Dirk-Jan verstoren de rust van de buurman door hun concert op potten en pannen, enz. Tussen de verhalen door vind je nog een drietal brieven van Jubelientje, waarmee je als lezer telkens een letterspel kan spelen, en enkele korte verhaaltjes in stripvorm. De verhaaltjes zijn realistisch en herkenbaar, als ‘uit het leven gegrepen’. Toch vermijden zij het banale door onverwachte wendingen, fantasierijke ingrepen en emotierijke interacties tussen de personages. De taal is soms wat Noord-Nederlands voor de Vlaamse lezertjes (“het is flink aan de prijs”, “er een potje van maken”, …), maar laat dat de pret niet bederven. De kleurrijke illustraties van Hopman kloppen perfect bij deze verhalen. Met zwarte, zwierige inktlijnen en vlekkerige inkleuringen schetst hij een wereld vol emotie, spel en beweging.