Jubelientje pakt uit

in 26 stripverhalen

Het allereerste Jubelientjeverhaal dateert alweer van 1987. Toen heette ze nog gewoon Anne. Maar Hans Hagen ging op zoek naar een betere naam, een naam waarvan je ging juichen en jubelen … Jubelientje. Ze gaat de hele tijd met haar oma op stap, oma’s zijn immers veel leuker dan ouders. En haar oma is geen doetje: alles mag, alles kan. En toch weet oma precies hoe ze Jubelientje aan moet pakken zonder dat Jubelientje het gevoel krijgt dat oma altijd haar zin krijgt. In dit boekje worden 26 stripverhalen gebundeld. Op een enkele uitzondering na verschenen deze in Okki, jaargang 2003/2004 en 2004/2005. Ze gaan over van alles en toch over niets : een proefritje met een sjieke slee, samen schoenen kopen, een bommetje in het zwembad, … Jubelientje bekijkt de dingen vaak uit een andere hoek, en dat maakt deze korte strips verrassend en origineel. Philip Hopman tekent Jubelientje in dunne, zwierige, zwarte lijnen, ingekleurd met waterverf. De tekst staat tussen de tekeningen, enkel een dun streepje geeft aan wie er aan het woord is. Tekst en illustraties vormen een hechte tandem. Dit is geen boek om in één ruk voor of uit te lezen. De stripjes hebben vaak een ietwat filosofische ondertoon en dat nodigt uit tot met mondjesmaat degusteren. Voorlezen kan vanaf een jaar of vijf, zelf lezen vanaf zeven.