Jubelientje en de hoed van Oma Blootje

Wanneer ze op zes juni 66 wordt, besluit oma dat zes keer te vieren. Daarom neemt ze Jubelientje en Dirk-Jan mee naar zes verschillende Nederlandse musea. Deze bezoeken inspireren Dirk-Jan en vooral Jubelientje om een eigen museum op te richten. Het wordt het 'Wat Heb Je Op Je Hoofd Museum'. Op eigengereide wijze zetten ze alles in om een zo aantrekkelijk mogelijke hoedencollectie samen te stellen. Daar slagen ze niet alleen in, tijdens die onderneming ontdekken ze ook waar Jubelientjes blauwe hoed vandaan komt en hoe oma aan haar naam Oma Blootje is gekomen.

Deze uitgave, die er kwam 25 jaar na het eerste boek over Jubelientje, ziet er extra feestelijk uit. Daar zorgen de kleurrijke, vaak paginagrote, illustraties van Philip Hopman voor. Naast ingekleurde tekeningen die de tekst ondersteunen, zijn er ook briefjes, taalspelletjes, kattebelletjes en strips die op hun eigen wijze het verhaal verbeelden. De naam van de illustrator staat niet voor niets evenredig naast die van de auteur op de voorflap vermeld. Ook nu versterken de pittige dialogen en soms hilarische toestanden de kracht van het verhaal. Maar daarnaast is er ook ruimte voor realiteit en zelfs verdriet. De relatie tussen een oma die de wereld al een tijd heeft beleefd en haar kleinkind, die ze de ruimte geeft om zichzelf te zijn en de wereld grensverleggend te exploreren, wordt daarmee levensecht in beeld gebracht.

Voor wie het lezen goed onder de knie heeft en voor wie heeft leren genieten van wat er tussen de regels te lezen valt, is dit een uitnodigende uitgave. De doordachte lay-out bevordert het zelfstandig lezen. Voor wie nog wat moeite heeft met lezen of nog niet aan langere verhalen toe is, biedt het boekje aantrekkelijk kijk- en luisterplezier.