Samen met zijn ouders en zus wordt Samuel midden in de nacht opgepakt door de Duitse SS. Ze komen terecht in de kazerne Dossin in Mechelen waar al duizenden Joden gevangen zitten. Het is moeilijk om te wennen aan de wrede terreur, het opeengepakte samenleven en het ontberen aan voedsel. Langzaam dringt het tot hen door dat ze opgesloten zitten in een doorgangskamp en dus nog verder zullen getransporteerd worden. Gelijklopend is er het verhaal over drie jongens in Brussel die plannen om het Jodentransport tegen te gaan door treinen richting Auschwitz te saboteren en op die manier mensenlevens te redden.
Eerder schreef de auteur al levensechte verhalen die verteld worden zonder overdreven sentiment. Dat geldt ook voor dit verhaal over de Jodenvervolging, gebaseerd op de gebeurtenissen in WOII in Vlaanderen. Het is een waar verhaal waarin de twee verhaallijnen de belevenissen van Samuel benadrukken en als vanzelf bij elkaar komen. Een verhaal dat jongeren confronteert en doet nadenken over hoe snel vrede kan omslaan.