Jij en de dood

Al bij de eerste illustratie maak je kennis met de Dood. De tekst geeft dit heel duidelijk aan: “zoals er leven is, is er ook de Dood, ze horen bij elkaar”. Je kijkt daarbij naar een poëtische prent waar een lieftallige vrouw uit een bos vol kleurige bloemen komt aangefietst. De vrouw is volledig gehuld in een gewaad met donkergroene schakeringen en haar gelaat komt zacht en sereen over. Elisabeth Helland Larsen en Marine Schneider scheppen in dit boek een intieme gevoelige sfeer waarin ze ons laten stilstaan bij de Dood. De kijker vertoeft in een idyllisch decor met groene, rode en gele schakeringen, die een bijzondere sfeer van ontroering en acceptatie oproepen dat de dood bij het leven hoort. Het thema doodgaan is hier fijngevoelig en toegankelijk weergegeven. De volgende illustratie is weerom heel intens: een grote olifant en de Dood zitten samen op een bank met op de achtergrond het circus en de woonwagens. Je voelt hoe de grote olifant ingetogen afscheid neemt van het circus. In zijn armen omarmt hij een circustentje, terwijl de Dood hem lieflijk aanraakt.

De teksten zijn kort en geven precies aan hoe de Dood aanwezig is in ons leven, het zijn prachtige stukjes poëzie waar je stil van wordt. Elke prent benadert het afscheid nemen vanuit een andere beleving en toont hoe moeilijk het soms is om de Dood te accepteren. Het verdriet kan zo overweldigend zijn dat we ons afsluiten of de werkelijkheid niet kunnen accepteren. Het verhaal is heel sfeervol en weet samen met de prachtige illustraties intense gevoelens op te roepen. De auteurs geven met enkele details een beleving waar je stil van wordt, zoals het tafereel waarbij de Dood in de deuropening kijkt naar de kinderlaarsjes bij een bosje vers geplukte veldbloemetjes. Je voelt de symboliek dat het hier om een kind gaat, en ook in de tekst laten ze ons ervaren dat we de Dood niet kunnen negeren.

Terwijl het verhaal treffend weergeeft hoe de Dood op ons afkomt, brengen de lieflijke illustraties het op het niveau van een kind heel mooi en acceptabel over. Zo is de Dood altijd omringd met diertjes, en kleine details trekken de aandacht. In het verhaal komt het heel natuurlijk over hoe de Dood in verschillende situaties kan voorvallen. Bij een Oma die lang geleefd heeft komt het acceptabeler over dan bij een bosbrand waarbij er meerdere slachtoffers zijn. Telkens beleef je de vrouw als een persoon die de mensen koestert. Halfweg het boek ervaar je de complementariteit in de boodschap: wat als de Dood er niet zou zijn: “Wie maakt er dan plaats voor alles wat wortel schiet en groeit?” Onze aandacht wordt gericht naar het hele universum waarin leven en sterven bij elkaar horen.

Dit prentenboek die de Dood zò integer brengt en in poëtische beelden aangeeft hoe leven en dood samengaan verdient ten volle de bekroning die dit prentenboek gekregen heeft. Het mag een vaste stek krijgen op ons boekenrek.