Insecten, knappe architecten

Hoe insecten voor hun kinderen zorgen

We hebben allemaal wel eens een honingraat of een mierenhoop gezien. Maar de nestjes en holletjes die andere insecten voor hun nakomelingen maken, zien we meestal niet direct. Ze zijn zo gemaakt om de insectenkindjes te beschermen. Insecten zijn ingenieuze architecten. Dat blijkt uit de inspanning van zo'n blauwzwart kevertje dat een blad oprolt om zijn eitjes in te leggen. De mestkever loopt met zijn balletje mest achteruit en duwt het zo voort, zodat het veilig in een gaatje in de grond terecht komt, waar de larve kan beginnen groeien. De leemwesp lijkt wel een kleine pottenbakker. Met leem maakt hij een potje dat aan een stengel kleeft, waarin hij verdoofde rupsen legt als voedsel voor zijn larve. De behangersbij maakt een gaatje in een vermolmde boom. Ze zaagt stukjes blad uit rozenblaadjes waarmee ze het gaatje bekleedt. Telkens ze nectar zuigt, kleeft er stuifmeel aan haar lijfje. Dat stuifmeel laat ze achter in het nestje. Ze legt een eitje op de voorraad, dekt het gaatje af en vult alles op met stukjes hout. Zo kom je ook nog meer te weten over de zandbij,de wolbij, de papaverbij, de harsbij en de rosse metselbij. Je kan heel goed de ontwikkeling in de verschillende stadia volgen door de prachtige illustraties die stap na stap alles in beeld brengen. In één woord boeiend! Om te vertellen aan kinderen van zes jaar die veel interesse hebben voor insecten, en om zelf te lezen vanaf acht jaar.