Ik lieg niet!
Lars is een ezeltje dat voortdurend leugens vertelt, om te bluffen, om zichzelf interessant te maken of misschien wel uit gewoonte. Op een dag fietst hij rond en liegt hij tegen een meisje dat hij het grote meer kan overzwemmen. Deze keer heeft hij de kans niet om er snel vanaf te komen met een "Doei", want het meisje daagt hem uit om haar bal aan de overkant van het meer terug te halen. Lars wordt onzeker. Het meer is wel erg groot. Toch duikt hij het water in, maar al snel moet hij toegeven dat hij het niet kan. Al de anderen die aan de kant staan, zeggen nu op hun beurt "Doei" en verdwijnen. Lars voelt zich erg eenzaam tot het meisje hem komt vertellen dat zij ook gelogen heeft. Ze besluiten vrienden te zijn en nooit meer te liegen.
Een boek dat een grappig, klein ezeltje gebruikt om leugens bespreekbaar te maken. Een ezeltje dat altijd en tegen iedereen liegt en er nog plezier in heeft ook, ondervindt dat zijn vader gelijk krijgt. Die had hem gezegd dat er uiteindelijk niemand meer naar hem zou willen luisteren. Vriendschap zonder leugens is leuker, dan moet je elkaar niet uitdagen en twijfelen aan elkaar. De uitroep "doei" komt vaak terug in het verhaal: een manier om stoer te doen (na de leugen gaat hij ervandoor) maar tegelijkertijd een teken van onzekerheid. Lars, het ezeltje, durft het contact niet aan uit schrik om betrapt te worden.
De dubbele bladzijdes in het middenstuk van het verhaal zijn opgedeeld in een breed luik waar Lars de leugen vertelt (in de supermarkt: "Hoi. Ik ben Lars. Deze groentes komen uit mijn tuin.") en 1/3 van een pagina waarop je hem ziet wegrennen en de anderen verdwaasd achterlaat. De tekeningen zijn erg prettig om te zien door het gebruik van aangename zachte kleuren en de leuke details die eraan zijn toegevoegd. Ze vullen de tekst ook geweldig goed aan, het grote meer wordt zo echt wel heel erg groot en ook de gelaatsuitdrukkingen op de gezichten geven steun aan het hele verhaal. De achtergrond bestaat uit telkens een verschillend patroon wat het erg afwissellend en fijn maakt om het boek te lezen.
Het boek eindigt met: "En vanaf die dag heeft Lars, nooit, maar dan ook NOOIT meer een leugen verteld. Denken we..." Sla je het boek dicht dan zie je Lars die heel luid staat te roepen: "Hoi. Ik ben Lars. Ik heb dit boek geschreven. Doei."