Ik kan alleen wormen tekenen

Een prentenboek dat over cijfers en tellen gaat, niet op een klassieke, maar op een heel fantasierijke manier. De verteller/tekenaar kan alleen wormen tekenen en laat er ons tien zien. Elke worm wordt voorgesteld. Soms staan ze alleen op een pagina, soms met meer. Om bijvoorbeeld worm Een en Twee uit elkaar te houden, krijgt worm Twee een bril. Worm Drie krijgt een felle gele kleur en nummer Vier denkt dat hij de leiding heeft. Worm Vijf is ziek, maar dat zie je niet en worm Zes zit op een eenhoorn, maar dat vindt de auteur te moeilijk om te tekenen. Dus tekent hij worm Zes op worm Vijf. Verder is er de ontmoeting van worm Zes en Zeven in de ruimte. Wordt worm Acht in twee gedeeld en is nummer Negen vermist. Als laatste duikt worm Tien op.

Er wordt enorm veel fantasie gebruikt in dit boek, helaas soms te veel en te beperkt tot een spielerei van de auteur. Dit maakt het 'verhaal' chaotisch en vaak moeilijk om te volgen, vooral omdat het toch in de eerste plaats een telboek is. Zo komt eerst worm Tien te voorschijn en dan pas worm nummer Negen. Erg verwarrend vind ik dat. Nergens is er een aanduiding hoeveel nu precies 5 of 9 of ... is. Alleen op de laatste dubbele pagina staan ze alle tien bij elkaar. Er worden ook geen cijfers gebruikt, maar geschreven telwoorden. Ook al eigenaardig voor een telboek.
De absurde humor in dit boek is zeker voor kleinere kinderen moeilijk te begrijpen, van een echt verhaal is geen sprake. De kleuren zijn fel, de tekeningen bestaan enkel uit zeer eenvoudig getekende wormen en de tekst staat duidelijk gedrukt, maar heeft weinig inhoud.