Ik hou van blauw

De hoofdfiguur, ‘ik’, is helemaal gek van blauw. Werkelijk alles wat hij heeft, is blauw: blauwe trui, blauwe schoenen, … en een blauwe halsband. Maar die halsband dient tot niets. Er is immers geen hond, en al helemaal geen blauwe … Toch is dat niet onoverkomelijk. Het jongetje doet dan maar alsof hij een blauwe hond heeft. En dat lukt aardig. Hij streelt hem, gaat ermee wandelen, geeft hem te eten en leert hem zelfs kunstjes. Als hij op een dag keft als een blauwe hond, blaft er een echte hond terug! Het hondje heeft geen baasje en wil maar wat graag bij het jongetje blijven. Wat nu? Het is een leuk, klein hondje, met zwarte en witte vlekken. Dat is helemaal niet wat het jongetje wou. Gelukkig is de vindingrijkheid van een kind onuitputtelijk. Als het hondje niet blauw is, moet hij iets blauws krijgen. En dat kan net zo goed een naam zijn. In simpele en aantrekkelijke illustraties wordt hier een origineel verhaaltje geschetst. Hoofdtoon is uiteraard blauw. De achtergrond is aanvankelijk geel. Dat verandert pas als het jongetje beseft dat zijn echte hondje niet blauw is. De illustrator koos ervoor om geen achtergronden te tekenen. Dat maakt het geheel rustig en sober maar tegelijkertijd wordt de expressie van de prenten veel sterker. De teksten zijn kort, lezen heel gemakkelijk voor en zijn humoristisch en herkenbaar. Elke kleuter zal de gedachtegang van het jongetje wel herkennen. Hun leefwereld is er nu eenmaal één van vindingrijkheid en fantasie. Een origineel prentenboek.