Ik heet Jan en ik ben niets bijzonders

Jan is negen en hij vindt van zichzelf dat hij niet bijzonder is. Om te beginnen is er zijn doodgewone naam, Jan, zijn blonde haren, en zijn lengte. Niets bijzonders. Samen met zijn enthousiaste vriendin Nina gaat hij op zoek naar een oplossing. Je hoort de moraal van het verhaal hier al van ver aankomen: niet bijzonder kan toch ook bijzonder zijn? Na enkele omzwervingen in het wereldje van het Guinness-wereldrecordboek, komt Jan ook zelf tot dit besluit. Wat jammer dat het plot zo eenvoudig samen te vatten valt, het eenzijdige perspectief van Jan dat af en toe aangevuld wordt door Nina's hersenspinsels, zorgt ervoor dat dit geen volledig bevredigend verhaal is. Kathleen Vereecken staat nochtans bekend om haar grondige research met beklijvende romans als resultaat. Ook de prenten van Eva Mouton zetten de eenvoud van dit verhaal kracht bij, zij het dus niet met een positief effect. Ze is onder meer bekend door haar illustraties voor Kapitein Winokio. Haar stijl is kinderlijk eenvoudig, zeker niet bijzonder. En dat kan best krachtiger zijn dan absoluut te willen opvallen, alleen jammer dat het de magere verhaallijn niet recht kan trekken. Dit boek is charmant, maar blijft niet bij.