Ik en de Rovers

De tienjarige Roos (de ik-figuur) is samen met haar zus en haar ouders onderweg naar haar oma, als ze in een opwelling door de Rovers wordt gekidnapt. Normaal gesproken stelen de Rovers alleen snoep, barbiepoppen, etenswaar en andere dingen die ze nodig hebben om te overleven, maar Razende Karel nam de impulsieve beslissing om Roos ook maar mee te nemen. Roos schrikt zich eerst een ongeluk, maar al gauw geniet ze van het vrije leventje en leert ze moeiteloos de kneepjes van het roversvak. Sterker zelfs, zij kan de Rovers zelf van alles leren. Al snel pleegt ze haar eerste meestermisdaad, waarbij ze onnoemelijk veel succes oogst bij de roversfamilie. Roos voelt zich al snel meer gerespecteerd in deze familie dan thuis en besluit om te blijven. Ze geniet met volle teugen van een zomer waarin ze elke dag ontbijt rechtstreeks uit de koekenpan, zich wast in een meer, kiosken overvalt en naar een midzomerfestival mag om de collega-rovers te zien. Dit laatste loopt anders dan gepland, wat een hele invloed zal blijken te hebben op het leven van de Rovers.
'Ik en de Rovers' is een erg humoristisch en fantasierijk boek. Het boek beschrijft de absurde leefwereld van de Rovers, maar blijft wel realistisch en geloofwaardig overkomen. Het is een naïef en optimistisch boek. Hoewel Roos laat uitschijnen dat haar ouders haar waarschijnlijk niet missen, komt dit nooit treurig over. Noch voor Roos, noch voor de ouders van Roos die hun dochter kwijt zijn, voelt de lezer enig medeleven. Integendeel, zo lang als het lezen van dit wervelend geschreven avonturenverhaal duurt, beleef je samen met Roos 'de mooiste zomer van haar leven'. En volgend jaar op 1 juni wordt ze opnieuw ontvoerd. Dat is afgesproken!