Ijsbarbaar

Groenland, 1624. De dertienjarige Inuit Nunôk leidt een zwaar bestaan. Zijn moeder stierf toen hij pas vijf was, en de gemeenschap die zich verzameld heeft in het winterhuis laat hem de smerige klusjes doen, zoals de poepemmer legen bij de sledehonden (die overigens zo uitgehongerd zijn dat ze de inhoud verorberen!). Gelukkig is er nog (zijn vader?) Umik, angakok ofte medicijnman van de gemeenschap, die Nunôk zo goed mogelijk probeert te beschermen. Maar hij kan toch niet voorkomen dat ze beiden door zeelui ontvoerd worden en meegenomen naar Holland. Umik sterft aan dysenterie net voor ze daar aan wal gaan. Vanaf nu staat Nunôk er dus alleen voor. Schipper Leversteyn verkoopt hem aan Kromme Leendert, die hem tentoonstelt op kermissen als "Egte Ijsbarbaar. Hij Eet raauw Vleesch en sgiet altijd Raak!" (p. 109) Nadat hij een meisje gered heeft van een beer, wordt Nunôk uitgenodigd bij prins Maurits. Later weet hij nog ternauwernood aan een vivisectie te ontsnappen, weet hij weken te overleven in een kelder en moet hij een man doden, om uiteindelijk na twee jaar met walvisvaarder Pattyn terug te keren richting Groenland.
Het loont absoluut de moeite eens een kijkje te nemen op ijsbarbaar.nl om te zien hoe Rob Ruggenberg zich gedocumenteerd heeft om dit boek te schrijven: meer dan 200 artikels en boeken gelezen, twee periodes bij de Inuit gewoond, het walviseiland Jan Mayen bezocht, op Vlieland sporen gezocht van stuurman Ys, een fotoreportage gemaakt op Groenland, ... Veel personages uit het boek zijn dan ook gebaseerd op historische figuren, en ook de gebeurtenissen hebben een historische grondslag.
Dat is meer dan bewonderenswaardig op zich, maar levert het ook een goed boek op? Nou en of! Rob Ruggenberg brengt deze lang vervlogen tijd en onbekende wereld als geen ander tot leven. Hij laat je als het ware zelf de ontberingen van Nunôk voelen, zijn hoop, angst en ontgoocheling. Het verhaal is hard, grauw, gruwelijk soms, maar kent toch een happy end. En tegen dat je zo ver bent, heb je een heleboel geleerd, over de Inuit uiteraard, maar evengoed over het Holland van de zeventiende eeuw, de walvisvaart. De onwaarschijnlijke tocht van Nunôk geeft daarbij de gelegenheid op een heel natuurlijke wijze in te zoomen op het egoïsme van de zeventiende-eeuwse Hollander bijvoorbeeld, in contrast met de Inuit, die handelen in het belang van de gemeenschap. Een aanrader in alle opzichten.