Hylas en het oog van de valk

Hylas, een jonge Griekse geitenhoeder die leeft in het bronzen tijdperk, is het hoofdpersonage in Michelle Pavers gelijknamige reeks. Zijn zoektocht die in deel één ('Hylas en de roep van de dolfijn') startte als een queeste naar zijn zusje Issi, gaat nog steeds verder in dit nieuwe, derde deel. Het lijkt erop dat Hylas eenzamer dan ooit in de wereld staat. Issi is nog steeds niet terecht en in het vorige deel ('Hylas en de schaduw van de leeuwin') raakte hij bovendien gescheiden van zijn lotgenote Pirra en van de leeuwenwelp Heibel. Na de vulkaanuitbarstingen bij de kopermijnen van Thalakrea zette Hylas hen op een schip naar Keftioe (Kreta) zodat ze zouden ontsnappen aan het verschrikkelijke natuurgeweld. Hierdoor zet hij echter hun vriendschap op het spel want het laatste wat Pirra wil, is terugkeren naar haar thuisland waar haar als dochter van de hogepriesteres een leven vol verplichtingen en beperkingen wacht.
In dit nieuwe deel belandt ook Hylas op Keftioe en hij komt tot het ontstellende besef dat hij Heibel en Pirra misschien helemaal niet heeft gered, maar hen wellicht de dood heeft ingejaagd. Keftioe blijkt nog meer dan Thalakrea getroffen door rampen: de zon houdt zich al maanden schuil achter wolken van as, de kuststreken werden getroffen door een vloedgolf en bovendien is er pest uitgebroken. Toch besluit Hylas om op Keftioe te blijven in de hoop Pirra en Heibel terug te vinden. Tegelijk blijven de Myceense krijgers, ‘de Kraaien’, de jongen opjagen. Ze zijn er vast van overtuigd dat Hylas de ondergang van hun stam (het huis van Koronos) zal veroorzaken. En misschien hebben de voorspellingen daarover het wel bij het rechte eind: Hylas is namelijk in het bezit van de voorouderlijke dolk van het huis van Koronos. De Kraaien zullen niet rusten voor ze dat kostbare wapen opnieuw te pakken krijgen.
Genoeg ingrediënten dus voor alweer een spannend verhaal. Net als in de voorgaande delen wordt ook dit keer veel aandacht besteed aan gevoelens en aan de relaties tussen de verschillende personages, waardoor de Hylas-boeken meer zijn dan enkel spanning en avontuur. In elk deel staat ook de bijzondere relatie van één van de personages met een dier centraal, zoals ook al blijkt uit de titels van de boeken. Telkens opnieuw zorgt het voor een verfrissende kijk op de wereld als de auteur de werkelijkheid door de ogen van de dier-personages beschrijft. De tsunami die de kusten van Keftioe verwoestte, wordt door de welp Heibel als volgt beschreven: “Ze wist nog dat ze in grote angst was gevlucht toen het Grote Grijze Beest brullend kwam aangestormd en de kust had verwoest. Daarna waren er stapels karkassen – van honden, schapen, geiten, vissen, mensen – en zwermen gieren.” (p. 18) En ook de jonge valk Echo die een zielsverwante van Pirra blijkt te zijn, heeft haar eigen kijk op de wereld: “Ze herinnerde zich het Ei. Ze zat helemaal verfrommeld binnen, met haar poten onder haar snavel gevouwen. Het was afschuwelijk, want ze kon geen klauw verroeren. Toch had ze zich bewogen. Met veel moeite had ze haar kop gedraaid en gepikt, toen moest ze op adem komen, maar daarna pikte ze weer en nog een keer. Eindelijk kraakte het Ei en was ze vrij.” (p. 37)
Michelle Paver slaagt erin om voor jongere kinderen (vanaf tien jaar) spannende boeken te schrijven met een historische inslag en met interessante, goed uitgewerkte personages. Eén minpuntje toch, al ligt dit niet aan de auteur: hier en daar zijn er enkele spellingsfouten (zetfouten?) in de tekst geslopen met in het oog springend een d/t-fout op pagina 256.