Houd de dief!

Je moet het durven, een prentenboek ontwerpen met ongewone kleuren voor de achtergronden, veel slakken, mieren en spinnen en verder een paar wilde dieren: een zebra, een nijlpaard, een luipaard en een wasbeer. De tekst is minimaal en beperkt zich tot enkele woorden per pagina, die iets hebben van haiku’s: "wat kraakt daar/ kruipt/ sluipt/ sssssstil/ hij rilt." Het slotwoord van elke tekst bevat een hint naar wat de dief meenam. De rest is aan de verbeelding en de drang om te ontdekken van de kijker.
Die drang prikkelen, daar lukt dit boek wonderwel in. Dat doet het door de fascinerende combinatie van verschillende opdrachten: zoek de verschillen tussen linker- en rechterpagina; tel de mieren op elke bladzijde; zoek de rups die prent na prent verandert in een vlinder en zoek ten slotte de dief die van elk dier iets steelt. Het ‘verhaal’ is een stapelverhaal: elk dier dat iets kwijtraakt, gaat in de achtervolging en sluit aan bij de andere dieren zodat de prenten steeds drukker worden en daardoor ook uitdagender.
Op het eind vinden de dieren hun verloren voorwerpen terug, behalve de wasbeer: zijn appel is spoorloos. Wat daarmee gebeurde, kun je ontdekken op het schutblad naast het colofon. Tot op het eind weet de illustrator zo de kijker/lezer te verrassen. Een kriebelend en prikkelend boek voor wie zich even een kameleon wil voelen.