Hoogverraad

Zuid-Frankrijk, 1242.  De veertienjarige Philippe is katholiek, maar raakt meer en meer in de ban van de katharen en hun geloof. Na een hele periode van twijfel en uit liefde voor de kathaarse Esperte, kiest hij voor de 'Orde op brood en wijn'. De inquisitie is intussen alomtegenwoordig, ondervraagt hele dorpen, sluit vrienden op, foltert verdachten, zet bekenden op de brandstapel. Montségur wordt de verzamelplaats voor alle katharen uit de omgeving.
De geschiedenis van de katharen is onmiskenbaar iets om je tanden in te zetten, en dat heeft deze schrijfster voor haar debuut vol overgave gedaan. Maar helaas vertoont het verhaal enkele opvallende gebreken. Zo zijn er niet te volgen sprongen, fouten soms (Roger legt zijn ring op tafel, maar die heeft hij voordien al lang aan Philippe geschonken), personages die verdwijnen en andere die opduiken. Ook emoties komen uit de lucht vallen, en zijn niet altijd in verhouding tot de gebeurtenissen. Dit is ongetwijfeld het boek waarin het vaakst het woord “woedend” voorkomt. Misschien zit ik er compleet naast, maar ik kon me niet van de indruk ontdoen dat het manuscript veel te lang was, en het ondoordacht is ingekort. Met alle gevolgen vandien.