Hoe kom je daar, Muis?

Muis en haar vriendjes gaan samen op pad. Ze gaan naar de boerderij, de sterren, het station, het vliegveld, een eiland, de brandweerkazerne en dan terug naar huis. De lezer krijgt op de linkerpagina aanwijzingen met welk vervoermiddel ze elk uitstapje gaan doen. Zo vind je bij het station de volgende tips: wagon, spoor, schoorsteen en ‘Toet! Toet!’ Op de rechterpagina zie je een kleurrijke prent met grote flappen. Ook hier staat een vraag. Bij het station heb je dus de voorgaande tips gekregen en zie je een prent van een tractor. Vraag: met de tractor? Als je de flapjes opendoet krijgt je het juiste antwoord: de trein. Dit gegeven wordt voortdurend herhaald. Voor peuters is dit zeer plezierig. Omwille van de losse onderdelen is het boekje niet geschikt voor kinderen onder de drie jaar. Toch lijkt het me meer een boekje voor 2-jarigen. Leuk is wel om de flapjes om te plooien en te zien of je het juist geraden hebt. Natuurlijk weet een peuter de volgende keer het antwoord al zo … De illustraties zijn zoals altijd kleurrijk en toch sober. Muis en de andere personages zijn zwartomrand zodat er extra klemtoon op ligt. De tekst is altijd kort en eenvoudig en in een vlot en modern lettertype gezet. Hier is de achtergrond steeds wit. De reeks is uitgegeven in een degelijke gekartonneerde uitvoering. De flappen zijn stevig en hebben een kleine uitsparing. Zo kan je gemakkelijk je vinger er achter steken en het flapje omdraaien. Hoewel dit boekje weer aantrekkelijk oogt, heeft het toch weinig verrassends. Muis is ondertussen zeer bekend en populair en de uitgaven volgen elkaar tegen een hoog tempo op. Dit komt de kwaliteit echter niet ten goede.