Hoe kan dat?
25 mysteries uit de wetenschap om op te lossen
Dit is het vierde boek van Ana Gallo en Victor Escandell. Na mysteries rond misdaad, geschiedenis en griezelen duiken ze deze keer in de wondere wereld van de wetenschap (astronomie, chemie, biologie en natuurkunde).
Aan de vormgeving is niets veranderd. Het wetenschappelijk raadsel wordt in een snedige stijl over twee pagina’s verteld. Het antwoord vinden we achter een flapje onderaan de bladzijde. De pentekeningen met stevige zwarte lijnen worden ondersteund door een pastelkleur zoals groen of geelbruin. De expressie en fysionomie van de personages is zeer uitgesproken, cartoonesk zelfs. Het oogt allemaal heel modern, pittig en hip.
Ook het concept blijft hetzelfde. Er zijn 25 wetenschappelijke raadsels (vraagstukken) met een verschillende moeilijkheidsgraad: makkelijk (5), gemiddeld (11) en moeilijk (9). Dat onderscheid is in de praktijk wat arbitrair. De verhalen zijn leuk en uitdagend. Zoals over een ekster die met haar snavel niet bij het water kan en er toch in slaagt om te drinken. Of waarom papier in een glas dat omgekeerd in afwaswater staat toch niet nat wordt. Het boek is meer dan een raadselboek. Het wil ook de wetenschappelijke basis van geïnteresseerden versterken, via een stappenplan voor wetenschappelijk redeneren, uitleg via wetenschappelijke sleutels en voorbeelden om te experimenteren. Het is dus ook een ideaal vertrekpunt voor wetenschapslessen.
Wie minder interesse in of talent voor wetenschap heeft, kan vrij snel afhaken. Er lijkt meer voorkennis en logica nodig dan bij de vorige boeken. Met vier boeken over vier verschillende onderwerpen is er wel voor elk wat wils.