Hip en Pip
Hip woont bij Eef.
Eef is een vrouw.
Ze is dik en leuk.
Hip is een hond.
Hij is lui en lief.
En oud.
Hip houdt van Eef.
En Eef is dol op Hip.
Op de eerste bladzijde van dit boekje wordt de relatie tussen het hondje Hip en zijn baasje geschetst. Ze zijn best gelukkig met elkaar, maar op een dag komt Pip de pup in huis. Pip is charmant, vrolijk, heel lief en vooral erg jong. Hip is erg jaloers en wil helemaal geen ‘zus’. Hij doet er alles aan om Pip kwijt te geraken. Als Pip dan op een dag écht verdwijnt, is Eef erg ongelukkig en ook Hip mist haar al snel. Gelukkig komt alles goed: Hip en Pip worden de beste vrienden, spelen samen en sluiten zelfs vriendschap met Bor, de boze buurhond.
Met simpele woorden en zeer korte zinnen wordt hier een niet echt origineel, maar toch leuk en vlot verhaal verteld voor eerste lezers. Herkenbare gevoelens, een humoristische toets die ligt in de opeenvolging van mislukte pogingen van Hip om van Pip af te geraken en de positieve wending in het verhaal, worden door jonge kinderen best gesmaakt. Het leesniveau evolueert van AVI 1 (hoewel met hoofdletters en interpunctie) tot AVI 3. Eenvoudige, aantrekkelijke illustraties, variërend van grootte, in zwart, wit, oker en kaki sluiten nauw aan bij de tekst. Ze zijn speels en expressief, met dikke lijnen en af en toe een wat ouderwets aandoend motiefje.