Hier waak ik!

Flip zou heel graag een hond hebben, maar mama is allergisch. Wanneer Flip een brief gaat posten, ziet hij een hond die door z'n baasje werd achtergelaten bij de winkel. Een vrouw stelt voor dat Flip met de hond het baasje achterna rent. Dit blijkt een vergissing, want de jongen is niet het baasje. Nu zit Flip met een probleem. Buurman stelt voor om de hond aan te geven bij de politie. Ondertussen gaat de hond, die door Flip Flappie werd genoemd, naar een kennel. Uiteindelijk komt de dame zelf haar hondje ophalen en ze heeft bovendien nog een verrassing voor Flip.
De korte hoofdstukken lezen enorm vlot, wat uiteraard het gevolg is van de talrijke dialogen. De reeks heet niet voor niets 'Toneellezen'. Vooraan in het boek worden tips gegeven hoe je het boek samen kan lezen. Elke lezer 'speelt' per hoofdstuk één van de twee personages die erin voorkomen; wat het personage zegt, staat altijd achter zijn/haar naam die in een bepaalde kleur is weergegeven. Een zin met een uitroepteken lees je luid. Je wacht bij een komma of bij ..., woorden met grote letters krijgen nadruk. Het concept is heel duidelijk opgevat. Voor jonge kinderen is dit een aantrekkelijke manier om een boekje te lezen. Uiteraard blijft de taal heel eenvoudig.