Het verhaal van Slimme Krol

En hoe hij aan de dood ontsnapte

Monsters zijn er altijd en vooral overal. De meeste kinderen zijn er doodsbang van en krijgen alvast de belofte dat ze, als ze de raad van de auteur opvolgen, snel zullen leren hoe ze gruwels, monsters en spoken kunnen doen vluchten. Na deze inleiding maken we kennis met Krol, acht jaar en erg dapper. Krol hoopt al zo lang om eens een echt spook te mogen ontmoeten. Die avond heeft hij een plan! En precies die nacht komen er wel acht monsters op bezoek: een skelethond, zes zwarte dwergen met lakschoentjes die allemaal Dave heten en een smerig mannetje. Nu had Krol wel graag een spook gezien, maar dit is nu toch wel wat te veel. Krol is bang, doodsbang. Als hij het niet meer aankan, verschijnt zijn dode oma ten tonele. En oma weet raad! Er is immers één ding waar alle monsters een gloeiende hekel aan hebben: “Monsters gaan lopen als je doet wat zij haten, monsters gaan lopen als je billetjes praten”. Dit grappige, griezelige en bizarre verhaal is onmiskenbaar van de hand van Gerda Dendooven. Gedurende het hele verhaal wordt de spanning opgebouwd en wordt het overgoten met een eigenzinnig soort humor. De knappe, intrigerende illustraties prikkelen de fantasie. Ook de tekst leest zeer vlot. Het feit dat die op rijm staat, verhoogt het griezeleffect. De climax van het verhaal breekt de spanning en kinderen zullen deze afschriktechniek geweldig vinden en vermoedelijk in sommige situaties ook wel eens ‘misbruiken’…