Het verdwenen kersenrood

Er zijn van die boeken waarvan je zou willen dat ze niet hoefden te bestaan. Tegelijkertijd zijn het die boeken waar je dankbaar naar grijpt wanneer kinderen geconfronteerd worden met onderwerpen die je hen liever zou besparen zoals ziekte en dood. ‘Het verdwenen kersenrood’ valt in de categorie rouwliteratuur; ditmaal in sprookjesvorm gegoten.
Een koning en koningin houden zielsveel van elkaar en uit hun geluk vloeit een jonge spruit voort, prins Floris. Wanneer de koningin haar kersenrode lippen tuit, drukt de koning er een zoen op. Het jonge gezin geniet onnoemelijk van elkaar, maar dan slaat het noodlot toe: de koningin wordt ziek en sterft. De koning is ontroostbaar en verbiedt het zoenen middels een toverspreuk. Helaas dompelt dat het hele rijk in treurnis en droefheid, tot Floris hulp zoekt bij de fee Lucia.
In echte sprookjes zou de koningin nu weer tot leven komen en zou iedereen nog lang en gelukkig leven, maar dit boek is dan ook niet echt een sprookje. Lucia’s toverkracht faalt en Floris ziet geen andere uitweg dan het woord tot zijn vader te richten. Die realiseert zich dat hij door zijn oeverloze verdriet een domme beslissing heeft genomen, waarna hij het zoenen weer toelaat. Warmte overspoelt het land. Het verdriet blijft, maar er is opnieuw plaats voor (ouder)liefde en humor.
Sfeervolle, ietwat oosters aandoende tekeningen ondersteunen dit trieste verhaal op een passende manier. Een boek dat dus waardering verdient, maar jammer genoeg zijn niet alle tekeningen van hetzelfde niveau en ook tekstueel is niet alles even mooi uitgewerkt. De passage van de fee wordt te snel afgehaspeld en wordt niet goed geduid. Al met al een boek dat kinderen kan helpen bij het omgaan met het verlies van een naaste. Met nawoord van Manu Keirse, hoogleraar verliesverwerking.