Ambers moeder heeft met het geld van een erfenis een vuurtoren gekocht. Dik tegen haar zin verhuist Amber van de stad naar het kustdorp Zandplaat. Door het gemis van haar vrienden is ze erg ongelukkig en ze vindt niet veel steun bij haar dolenthousiaste moeder die haar handen vol heeft met het opknappen van de vuurtoren om er een museum van te maken. Maar dan maakt ze kennis met de kinderen uit het dorp: de wat opdringerige Daan die haar vertelt over een spook in de vuurtoren, de knappe Izmet, Lars, Gina, en Margot. Nadat Daan en Amber een kistje vol gouden munten ontdekten, gebeuren er in de vuurtoren allerlei vreemde dingen. Amber is haar verveling al snel vergeten wanneer ze samen met de anderen het geheim van de vuurtoren probeert te ontsluieren. Dit vlot lezende vakantieboek is het eerste in de reeks Z.E.S., waarin de zes kinderen waarmee we in dit eerste boek kennismaakten, telkens een ander mysterie proberen op te lossen. In elk deel speelt een ander kind de hoofdrol. Het verhaal is niet bijzonder origineel, zit vol clichés (met een overvloed aan adjectieven) en het wordt nooit echt spannend, maar het concept van deze reeks heeft wel iets. Door telkens een andere figuur in de spotlights te plaatsen, krijgt de lezer de kans uitgebreid kennis te maken met iedereen die een rol heeft in de boeken. In dit boek komen Ambers gevoelens uitgebreid aan bod. Haar frustratie over de verhuizing, haar teleurstelling wanneer ze merkt hoe moeilijk het is op afstand contact te houden met haar oude vrienden en haar jaloezie als ze merkt dat hun leven gewoon verdergaat zonder haar, is allemaal heel geloofwaardig en herkenbaar. Gelukkig keert de negativiteit al snel wanneer ze nieuwe vrienden maakt, die haar helpen de mysterieuze gebeurtenissen rond de vuurtoren te ontraadselen.