Het raadsel van de witte vlinder

Het raadsel van de witte vlinder' is een reisverhaal dat zich afspeelt zo’n 200 jaar geleden. Michael trekt met zijn vader, moeder en kleine zusje weg uit Rusland. Hun dorp werd geteisterd door overstromingen. Vader en moeder willen hun geluk gaan zoeken in de Lage Landen. Ze moeten wel afscheid nemen van Baboesjka die zichzelf te oud vindt om mee te gaan. Baboesjka geeft Michael een dolk die nog van zijn grootvader is geweest. Op het handvat staat een witte vlinder. Jelena krijgt als aandenken een medaillon met daarop een witte vlinder.Het afscheid is niet makkelijk, maar het avontuur trekt Michael wel aan. Mét hen samen vertrekken er nog een aantal gezinnen en zo vormen ze een lange karavaan die met kar en paard door Europa trekt. Michael kan niet mee op de kar; hij moet de weg lopen. Soms mag zijn zusje mee op de kar zitten, soms loopt ze met hem mee. Michael leert een slangenmeisje kennen, Katja. Ze wandelt met haar meester een tijdje mee met de karavaan. Wanneer Jelena verdwaalt in het bos, gaan Michael en Katja haar zoeken. Door de speciale gave van Katja en door een geheimzinnige witte vlinder vinden ze Jelena terug. Van Katja moeten Jelena en Michael al snel weer afscheid nemen, want haar meester komt achter haar aan en hij lijkt haar op een bijzondere wijze in zijn macht te hebben ... In de twee volgende boeken gaat de reis verder. Weer raakt Michael zijn zusje kwijt en vindt hij haar terug met de hulp van Katja. In het derde boek willen Michael en Jelena Katja bevrijden van haar meester ... De boeken zijn zeer vlot leesbaar. De auteur maakt gebruik van korte, heldere zinnen. Russische woorden worden in een korte inleiding verklaard. Michael is de nuchtere opgroeiende jongen, die geconfronteerd wordt met geheimzinnige dingen die hij niet begrijpt en waarin hij eigenlijk niet echt gelooft. Toch stelt hij zich open voor deze magische wereld, die vooral Katja en zijn zusje heel normaal vinden. Het brengt hem geen ongeluk. Doorheen de drie boeken is de meester van Katja als een dreigend kwaad aanwezig. Aan het eind van het derde boek is hij plotseling een goed mens die een fout heeft gemaakt. Dit is niet erg geloofwaardig. De beschrijving van de reis is in ieder boek een beetje hetzelfde. Toevallig wordt het in elk boek net winter zodat de kinderen veel last hebben van de kou. Het boek mist een beetje grond. Er blijft veel onverteld wat de tijdsgeest betreft: een gemiste kans. Had de schrijfster zich wat grondiger gedocumenteerd, dan had zij met deze schrijfstijl een zeer boeiend boek kunnen maken. De tekeningen betekenen geen verrijking voor het boek. Ze hebben helemaal niet dat magische wat de auteur in haar verhaal tracht op te roepen.