Het proefjesschrift van opa

Aika woont samen met haar moeder en haar hond Flynn op een flatje. Ze zouden vandaag vertrekken op vakantie. Twee weken aan zee, een heerlijk vooruitzicht. Wanneer Aika thuiskomt en op de deur klopt doet echter niet haar moeder open, maar de buurvrouw. Aika begrijpt niet meteen waarom dit gebeurt, totdat een agent die haar opwacht in de woonkamer haar uitlegt dat haar moeder een ongeval heeft gehad en een tijdje in het ziekenhuis moet blijven. Een vakantie aan zee verandert plots in een vakantie bij opa. De man waarmee mama al jaren ruzie heeft en die Aika eigenlijk niet echt kent. Haar opa – die trouwens liever Dirk genoemd wordt – houdt zich het liefst bezig met zijn uitvindingen en minder met levende wezens. Ze raakt er bevriend met de slechthorende buurjongen Charles en bedenkt samen met hem een plan om de ruzie tussen mama en opa weer bij te leggen. Op een dag wordt er ingebroken in de pipowagen van opa … Als dat maar goed komt.

Een verhaal dat zeer gewichtig lijkt te beginnen, wordt toch nog een luchtig verhaal. De positieve ingesteldheid en de maturiteit van Aika zijn daarvoor verantwoordelijk. Aika is een plantrekker die zich niet snel laat ontmoedigen. Bovendien houdt ze ook van een grapje. Stilaan groeit haar interesse voor de proefjes waar opa Dirk mee bezig is. Voor de lezers is het fijn dat enkele proefjes stap voor stap beschreven worden op ‘ruitjespapier’. Ze kunnen zelf aan de slag gaan. De eventuele bevindingen worden ondersteboven gedrukt, zodat er niet meteen verklapt wordt wat je mag verwachten. De afwisseling tussen interessante weetjes en het verhaal is goed afgemeten in tijd. Het verhaal is ook opgedeeld in relatief korte hoofdstukken (achttien in totaal). De lay-out laat genoeg witruimtes., de tekst zelf is eerder in een klein lettertype gedrukt waardoor de witruimtes voor rust zorgen. Achteraan in het boek zijn er nog enkele blanco bladzijden. Ideaal voor de jonge onderzoeker die met de proefjes van dit boek aan de slag wil en zijn notities ergens kwijt moet.

De illustraties zijn van Chris Vosters. Ze zijn vaak een pagina groot en gedrukt in grijstinten. Details worden soms meer waarheidsgetrouw afgebeeld dan de personages zelf, maar dat is niet storend. Humor is niet onbelangrijk in zijn prenten. De tekeningen bij de proefjes zijn gedetailleerd en duidelijk. Die worden in een heel andere sfeer weergegeven, zoals het hoort.

Folkert Oldersma heeft ervaring met onderwijs en heeft al meegewerkt aan het uitwerken van methodes voor het basisonderwijs. Rekening houden met kinderen met een leervoorsprong is een van zijn interesses. Dat merk je door het intellectueel prikkelende karakter van dit boek. Het daagt kinderen uit om na te denken en om vragen te stellen die ze anders niet zouden stellen. Vooral dat is de grote meerwaarde ervan.

Heb jij thuis een uitvinder of wetenschapper in spe zitten die ook van lezen houdt? Dan is dit boek een echte topper!