Bram Botermans, bekend uit de vorige boeken van ‘Het leven van een loser’, zit nog steeds vol ideeën. Hij vindt zichzelf ook nogal geweldig.
In dit boek gebeurt er weer heel wat. Bram geeft je toegang tot zijn dagboek en je kunt ongegeneerd meelezen over de gebeurtenissen in zijn leven. Voor de doelgroep zijn dit heel herkenbare dingen. Ze zullen zich zeker aangesproken voelen door de inhoud. Ook de lay-out oogt hip: handgeschreven lettertype, afgewisseld door tekeningen in cartoonstijl.
Oom Gerard trekt bij het gezin in. Hij heeft zware financiële problemen en vraagt tijdelijk onderdak. Voor Bram is dit helemaal niet leuk, hij heeft immers zelf grote problemen. Zo is er binnenkort het schoolfeest en moet Bram op zoek naar een date. Op zich is dat niet zo moeilijk, maar er zitten nu eenmaal meer jongens dan meisjes in zijn klas. Het meisje dat hij eerst vraagt, wijst hem af en Bram vreest dat hij als enige zal overblijven. Hij pakt het eigenlijk ook helemaal verkeerd aan, maar ziet dat niet in. Zoals gewoonlijk legt hij de schuld voor de afwijzing bij de anderen, want aan hem zal het zeker niet liggen. Als hij echt niemand kan beschuldigen, zegt hij maar dat het al mis ging toen hij nog in de buik van zijn moeder zat ... Hij vindt troost in het feit dat Theo, zijn beste vriend, ook geen date vindt.
Daarnaast is er ook nog eens de verkiezing voor de leerlingenraad, waar hij ook heel wat kopzorgen rond heeft. Andere thema’s, uit het leven van een puber gegrepen, komen uiteraard ook weer aan bod: ziekte, pesterijen, verliefdheid, vriendschap, enz.
Grappig boek, dat, ondanks de nogal negatieve houding van Bram, toch meteen sympathie opwekt voor de hoofdfiguur. Door het afwisselen van weinig tekst met illustraties is dit zeer licht verteerbare lectuur. Dat maakt het dus zeker geschikt voor moeilijkere lezers.