Het lege ei

Firenze, ca. 1400. Filippo Brunelleschi, zoon van een notaris, wordt bij meester Lotti tot goudsmid opgeleid. Eigenlijk wil hij architect worden. Op de dom moet een koepel hoger dan de klokkentoren komen, vindt hij. Met zijn vriend, de jonge beeldhouwer Donatello, reist hij naar Rome. Daar bestudeert hij antieke ruïnes en maakt schetsen van het Pantheon. Lorenzo Ghiberti, zijn eeuwige rivaal, krijgt de opdracht voor de bronzen deuren van de doopkapel in Firenze. Gesteund door de hoogleraar Giovanni da Prato wil hij ook aangesteld worden als bouwmeester van de koepel. Uiteindelijk krijgt Filippo de opdracht, maar zijn concurrenten gebruiken alle middelen om hem te dwarsbomen. Een spannend boek over Brunelleschi, de eerst renaissance-architect, en over zijn beroemde stadsgenoten. Geïnspireerd door de oudheid ontwierp hij op ingenieuze wijze de eerste renaissancekoepel, het ‘lege ei’. Het grootste deel van dit verhaal speelt zich af in Firenze, een stad die rond 1400 door handel tot bloei kwam. De auteur vond inspiratie bij de biograaf Vasari, die ook de kleine kanten van Brunelleschi vermeldt, en in de monografie ‘De koepel van Brunelleschi’ van Ross King.