Laura is twaalf en haar zusje Elvie is vijf. Hun moeder is hartchirurg en hun vader is een kunstenaar die juwelen ontwerpt. Na de scheiding van hun ouders gaan de meisjes met hun vader op vakantie naar Ierland. Ze gaan op hotel in een klein dorpje. Volgens de roddels die Laura opvangt, wonen er heksen in het Coven Hotel. De bewoners komer er ook voor uit. Laura wordt ingewijd in de heksenkring en ze heeft er de tijd van haar leven. Haar vader raakt in de ban van Dana, de hogepriesteres. Met Halloween gaan ze zelfs trouwen. Maar Laura komt akelige dingen te weten over Dana en haar vorige echtgenoten ... Met wat elementen uit de heksenwereld en de Keltische magie, een eerste verliefdheid, geheimzinnige gebeurtenissen enzovoort wordt er een oppervlakkig verhaal gebrouwen, dat zonder veel erg afloopt en zelfs een happy end kent voor Laura, Elvie en hun ouders. De gebeurtenissen en bijhorende gevoelens worden al even clichématig door Laura in dagboekvorm opgetekend. Net zoals Laura een tijdje ondergedompeld wordt in een andere, op het eerste gezicht fascinerende wereld, kan de lezer zich even laten meedrijven in dit wensvervullende verhaal. Na afloop ben je het zo vergeten.